Teelt

Hoe groeien onze Toppearen?

Om u heerlijke peren te kunnen laten eten willen we graag ieder jaar peren oogsten die lekker smaken en er aantrekkelijk uitzien en het liefst ieder jaar ongeveer dezelfde hoeveelheid. Dit kunnen we niet alleen, daar hebben we de natuur hard voor nodig. Wij telers zijn dus eigenlijk compagnons met de natuur. We maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van wat de natuur te bieden heeft, zoals de natuurlijke vijanden van die insecten die de fruitbomen en vruchten aantasten. We zijn bijvoorbeeld heel blij met oorwormen in onze bomen, want deze zijn heel belangrijk voor de bestrijding van de schadelijke perebladvlo. Zo hoeven we bijna niet met gewasbeschermingsmiddelen tegen insecten in te grijpen. Als de natuur zijn evenwicht dreigt te verliezen gebruiken we middelen die zeer selectief zijn en alleen gericht op de schadelijke insecten. De nuttige insecten blijven zo in leven en vervolgens komt het natuurlijk evenwicht weer tot stand. Dit is mogelijk door in het groeiseizoen dagelijks het evenwicht in de gaten te houden.

Om ieder jaar een gelijke hoeveelheid peren te kunnen oogsten is een goed evenwicht ook belangrijk in de boom tussen groei en vruchtbaarheid (aantal peren). Deze balans sturen we zoveel mogelijk door snoei, maar ook door de bomen gericht en op maat water te geven met voeding door middel van fertigatie. Op elk perceel zijn vochtmeters geplaats zodat we nooit teveel of te weinig water geven. Door het analyseren van de hoeveelheid voeding in de bodem en in het blad weten we of we en hoeveel voeding in de vorm van (organische-) mest we moeten geven om aan de behoefte van de boom te voldoen. We maken graag gebruik van organische mest, omdat deze mest positief werkt voor het leven in de bodem. Een gezonde bodem is de basis voor een gezonde boom en het beste fruit.

We vinden dus niet alleen het zichtbare leven van bi jv. insecten, bijen en vlinders belangrijk maar ook het leven in de bodem wat vaak onzichtbaar blijft.

Door een gezonde bodem bestaan onze boomgaarden al meer dan 100 jaar, en kunnen deze tot in de verre toekomst blijven bestaan. Inmiddels groeien aan de oudste bomen al meer dan 65 jaar peren. Bij de oogst in september worden de peren zorgvuldig met plukhandschoenen geoogst en door de peren voorzichtig in de kist te leggen zorgen we ervoor dat de peren niet beschadigd raken. Dit is nog steeds allemaal handwerk. We zijn dan ook trots op onze plukkers. Want dit karwei kunnen we echt niet alleen.